De ondertekening van de intentieverklaring was het sluitstuk van een tweedaags werkbezoek waarbij staatssecretaris Francken de verschillende Nederlandse asiel- en migratiediensten en opvangcentra bezocht.
Samen naar Europa
Eén van de praktijken die beide Staatssecretarissen willen aanpakken, is de zogenaamde België-route. “We zullen samen een brief richten aan de Europese Commissie om de richtlijn voor gezinshereniging aan te passen, zodat personen die zich in een ander EU-land vestigen om aan de nationaal geldende gezinsherenigingsregels te ontsnappen, tot twee jaar na hun verhuis toch nog onder de eigen strenge voorwaarden blijven vallen”, verduidelijkt Francken. “Daarnaast komt er een betere doorstroming van informatie over de achtergrond van die verhuizers.”
Ook de spreiding van de hervestiging van vluchtelingen stond hoog op de agenda. Dit jaar hervestigt Nederland 500 vluchtelingen, terwijl Francken het aantal hervestigingen bij ons verdubbelde tot 300. Sommige Europese landen dragen niets bij en dat kan niet langer. Beide staatssecretarissen roepen daarom op tot solidariteit binnen Europa en vragen alle EU-landen om hun eerlijke bijdrage te leveren in de hervestiging van Syrische vluchtelingen.
Aangezien België dit jaar het voorzitterschap van de Benelux-unie waarneemt, vond er ook overleg plaats met alle Benelux-partners over de samenwerking rond asiel en migratie. Zowel Teeven als Francken willen een koppeling van visumliberalisering aan afspraken rond (vrijwillige en gedwongen) terugkeer. “Wanneer een land niet langer aan de visumplicht onderworpen wil worden om zo personenverkeer binnen de Schengenzone te vergemakkelijken, moeten wij van dat land garanties krijgen dat het zijn onderdanen ook weer terugneemt wanneer die aangetroffen worden in illegaal verblijf”, stelt Francken duidelijk.
Samen sterk
Daarnaast focusten beide staatssecretarissen op wat België en Nederland bilateraal alvast kunnen realiseren. Zo gaan beide landen samenwerken aan een betere organisatie van de gegevensuitwisseling, om te voorkomen dat personen die in Nederland geen recht op verblijf hebben, in België komen ‘shoppen’ en zo alsnog op frauduleuze wijze een verblijfsstatuut bekomen. Ook de Belgische en Nederlandse initiatieven rond het tegenhouden van extremistische imams en haatpredikers aan de grenzen werden in dit kader besproken.
Ook zullen beide landen een gezamenlijk werkplan uitwerken voor de organisatie van terugkeervluchten via Frontex, het Europees agentschap dat de buitengrenzen bewaakt. Dat zal de Nederlandse Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de Belgische Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) in staat stellen om vluchten maximaal te benutten en zo de zwaardere profielen op efficiënte wijze terug te zenden naar hun land van herkomst.
Een personeelsuitwisseling tussen de Belgische en Nederlandse asiel- en migratiediensten moet ten slotte bijdragen tot een betere informatiedoorstroming tussen beide landen. Daartoe wordt een Belgische verbindingsambtenaar zowel bij de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) als de DT&V geaccrediteerd.
Beide staatssecretarissen blikken tevreden terug op de tweedaagse. “De gesprekken waren constructief. We konden heel wat goede praktijken delen en kwamen tot werkafspraken die tot concrete verbeteringen zullen leiden in de aanpak van onder meer fraude, de organisatie van terugkeer maar ook de bescherming van kwetsbare groepen”, besluit Francken.