De streek ten noorden van Leuven krijgt door haar ligging al jaar en dag het merendeel van het dalende vliegverkeer naar de luchthaven van Zaventem te verwerken. Dat is altijd zo geweest, maar sinds het plan-Wathelet uit 2014 kwam er ook opstijgende vliegverkeer bij. Vroeger draaiden de vliegtuigen ver vóór Leuven scherp af naar het zuiden. Sinds de invoering van ‘Leuven Rechtdoor’ wordt echter pas voorbij Leuven naar het zuiden gedraaid. “En zo kregen de inwoners ten noorden van Leuven onaanvaardbaar veel geluidshinder te verwerken. Dat moet echt ophouden”, zegt Wollants.
Meer brandstofverbruik, stikstof en CO²
En daar blijft het niet bij. Een studie van het vroegere Belgocontrol (nu Skeyes) wees eerder ook al uit dat de route ‘Leuven Rechtdoor’ voor meer brandstofverbruik en meer uitstoot van stikstof en CO² zorgt. Doordat vliegtuigen minder steil opstijgen, is de geluidshinder ook groter over een langer traject. De combinatie van opstijgend en dalend vliegverkeer op dezelfde route brengt bovendien veiligheidsrisico’s met zich mee. “Een groene minister zoals Gilkinet (Ecolo) heeft dus eigenlijk geen enkel excuus om deze vliegroute niet te schrappen”, vindt Francken.
Factuur voor de belastingbetaler
Een vonnis in 2018 veroordeelde de federale overheid al om het volledige plan-Wathelet terug te draaien, met dwangsommen van ongeveer 50.000 euro per week. De toenmalige regering is niet in beroep gegaan tegen die veroordeling. “En de huidige heeft vervolgens niets ondernomen om de vliegroute aan te passen. De factuur loopt ondertussen dus aardig op voor de belastingbetaler.”
Probleem niet voor zich uitschuiven
Daarom dient de N-VA deze resolutie in. Daarin vragen ze allereerst om het vonnis zo snel mogelijk uit te voeren en werk te maken van een rechtvaardige spreiding van de hinder. Daarnaast vragen de Kamerleden ook werk te maken van een versnelde vlootvernieuwing, met bijzondere aandacht voor nachtvluchten, om de geluidshinder gradueel te doen afnemen. “De regering-De Croo en minister Gilkinet mogen dit probleem geen dag langer voor zich uitschuiven”, besluiten Francken en Wollants.