Het initiatief voor de geheime humanitaire operatie kwam van een actiegroep met vertegenwoordigers uit verschillende sectoren en lagen van onze samenleving, waaronder de bekende kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens. Om de operatie te doen slagen, werkte het kabinet Francken nauw samen met dat van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) en de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ).
“Mijn kabinet stond vooral in voor de coördinatie en opvolging van de operatie”, zegt Francken. Daarbij verwijst de Staatssecretaris onder meer naar de controle van de asieldossiers door de Staatsveiligheid en OCAD, de voorbereiding van de visumdossiers en het afleveren van de visa in de ambassade van Libanon, tot en met de registratie van de asielaanvragen bij de Dienst Vreemdelingenzaken.” De humanitaire operatie, die in mei van start ging en begin juli eindigde, verliep in zeven fasen. “Om de betrokkenen en hun achtergebleven familieleden niet in gevaar te brengen, werd ze verschillende malen onderbroken of vertraagd”, aldus Francken.
Tussen meerdere vuren
“Alle mensen lijden onder de burgeroorlog in Syrië”, beseft Francken, “maar christenen worden er specifiek vervolgd om hun geloof en zijn dus extra kwetsbaar. Terwijl er voor de burgeroorlog nog 160.000 christenen in Aleppo leefden, is hun aantal er vandaag geslonken tot 50.000.”
De christelijke wijken in Aleppo, waar sinds 2012 gevochten wordt, liggen op de frontlijn tussen de regeringstroepen en de radicaal-islamitische rebellen, die hen vervolgen omwille van hun geloof. Daarnaast worden ze door gematigde rebellengroepen van de oppositie geviseerd als zogenaamde aanhangers van het Syrische regime. “De stad Aleppo, in een recent rapport van Amnesty International nog ‘de cirkel van de hel’ genoemd, is momenteel bijna volledig omringd door de milities. En het voortbestaan van de enige vluchtroute, richting Libanon, is erg onzeker”, merkt Francken op. “Bovendien wijst alles erop dat een finaal offensief op Aleppo nakend is. Indien de christelijke wijken door radicaal-islamitische milities onder de voet worden gelopen, zullen dood en slavernij ongetwijfeld hun lot zijn.”
Slachtoffers van oorlogsgeweld
Net zoals bij hervestiging heeft men bij de selectie van de 244 vluchtelingen de voorkeur gegeven aan de meest kwetsbaren: families met kinderen, zieken en ouderen. “Ik besef dat we niet iedereen kunnen redden. Tijdens deze operatie lag de focus daarom op mensen die niet of moeilijk op eigen kracht aan het oorlogsgeweld ginder kunnen ontkomen”, verduidelijkt Francken. Zij kregen een visum om naar België te komen, waar ze vervolgens een asielaanvraag konden indienen en de normale asielprocedure doorlopen. Zoals aan alle andere Syriërs zal het Commissariaat voor de Vluchtelingen en Staatlozen ook aan hen een beschermingsstatuut toekennen.
“Het is een groep bijzonder ondernemende mensen die een opmerkelijke wil om te integreren aan de dag leggen. Hoewel zij nog maar enkele weken of dagen in ons land zijn, volgen verschillenden onder hen al taalles”, weet Francken. “Via het nazorgtraject dat de actiegroep voor hen voorziet, wordt er verder ingezet op integratie, het vinden van werk, huisvesting en onderwijs. Met al die troeven in de hand, geloof ik dat ze een buitengewoon mooie toekomst in België tegemoet gaan”, besluit de Staatssecretaris.